Na een week aan de Bretoense kust namen we afscheid van de zee en volgden we nog enkele dagen de rivieren richting binnenland. Het was namelijk de migratieperiode voor zeevissen die komen paaien in rivieren, de zogenaamde anadrome vissen. We zagen een Altlantische zalm opzwemmen, vingen een Elft, maar ons doel was eigenlijk de Zeeprik. Deze kraakbeenvis zwom minstens 350 miljoen jaar geleden ook al rond. Dat is nog voor er sprake was van dinosaurussen. Maar dat is niet het enige spectaculaire. In volwassen stadium nemen ze een parasitaire levensstijl aan en leven ze van bloed en andere lichaamssappen door zich op vissen (soms zeezoogdieren) vast te zuigen met hun mondschijf vol tanden. Zonder twijfel één van de meest bijzondere vissen die ik ooit zag!