De Ognevs slaapmuis, ook wel Muisslaper of in het Engels Mouse-tailed dormouse genoemd, krijgt als wetenschappelijke naam Myomimus roachi. Ik keek er erg naar uit om deze soort te zien en te fotograferen. Mijn zwak voor slaapmuizen zal daar wel iets mee te maken hebben. En misschien ook dat ik na deze soort alle Europese slaapmuizen voor de lens gekregen heb.
Het beestje komt enkel voor in Turkije, het zuidoosten van Bulgarije en mogelijks ook het noordoosten van Griekenland. Best ver om eens tot daar te rijden voor een muis. Maar gecombineerd met een tweede doelsoort, de Driekleurige muis (Sicista trizona), werd het plan gemaakt om deze zomer beide soorten te gaan zoeken in respectievelijk Bulgarije en Roemenië.
Over de Sicista kan ik kort zijn. Die hebben we ondanks alle inspanningen niet gevonden. Volgende keer meer geluk.
De Ognevs slaapmuis was gelukkig wel een succes. En wel dankzij het gericht onderzoek van Nedko Nedyalkov en zijn team gedurende de afgelopen jaren. Want tot 2017 had niemand in de afgelopen 40 jaar deze soort nog gezien in Bulgarije. Ondertussen wordt de ontdekte populatie opgevolgd en onderzocht, onder andere met behulp van nestkasten.
De Ognevs slaapmuis behoort dus tot de familie van de slaapmuizen en houdt net als zijn verwante soorten een winterslaap. En een behoorlijk lange: zo’n 8 maanden. Dat is ongewoon in een warm mediterraan klimaat. Waarschijnlijk is dit een strategie om predatie en concurrentie met andere soorten te vermijden. Maar dat betekent ook dat ze in de 4 maanden waarin ze actief zijn maar 1 nest jongen kunnen krijgen. Een andere manier om zich te beschermen tegen predatoren is het afsluiten van hun nestplaats met behulp van takjes en uitwerpselen. Dat laatste ‘bouwmateriaal’ fungeert als lijm en maakt de afsluiting behoorlijk stevig. Geen enkele slang geraakt daar nog binnen. Ze doen dit bij openingen van natuurlijke boomholtes maar ook bij de artificiële nestkasten waar ze graag gebruik van maken.